Integriteit is een onderwerp dat dikwijls goed is voor een portie knaagvoer. Al ben ik zelf geen bankier of volksvertegenwoordiger – om maar even de twee meest bediscussieerde groepen van de laatste tijd te noemen – ik vind wel wat van ze. Het lijkt wel of ze steeds vaker over de schreef gaan. En dat nog normaal vinden ook. Het zijn gewoon zakkenvullers. Of lijkt dat alleen maar zo?
Talloze artikelen, interviews en nieuwsberichten zijn er aan gewijd. De volksvertegenwoordiger die de fout in gaat met z’n reiskosten, het gunnen van een opdracht aan een vriendje. En weer anderen die publiekelijk roepen dat de zaak wordt opgeblazen. De berichten worden afgewisseld met de laatste ontwikkelingen rond de salarisverhoging bij De Bank en boeken met titels als “Dit kan niet waar zijn”.
Al zijn het twee heel verschillende gevallen, bij beide komt mijn verontwaardiging over hun gedrag en houding voort uit het feit dat ze zich ‘misdragen’ met mijn belasting- en spaarcenten. Maar waar ik me vooral over verbaas: hoe kunnen ze nou niet begrijpen dat ze over de schreef gaan? Tegelijkertijd erger ik me aan de verontwaardigde reacties aan het adres van degenen die een nuancerend geluid inbrengen. Het is bijna ‘not-done’ om het voor deze volksvertegenwoordigers en bankiers op te nemen.
Nog afgezien van de vraag of hun handelen immoreel is, heb ik een ongemakkelijk gevoel bij de discussie zelf. Een artikel over beeldvorming over dit thema zet me aan het denken. “Feiten zijn soms ondergeschikt aan de beeldvorming. […] Een wethouder bevindt zich meer dan ooit in een glazen huis. Maar het blijft mensenwerk. Er worden fouten gemaakt.” Dit raakt al aardig aan mijn ongemakkelijke gevoel. Oordeel ik niet te snel?
Dan kom ik een column tegen met de prikkelende titel “Arme bankiers”. De titel blijkt niet cynisch bedoeld te zijn, dus nieuwsgierig lees ik verder. Het blijkt een oproep om meer oog te hebben voor de –meestal toch wel goede- intenties van mensen. Een mooie oproep, die mijn geweten prikkelt en me iets milder stemt richting de onhandig opererende bankiers en wethouders. Toch lijkt het me wat naïef. Intenties zijn aardig, maar gaat het uiteindelijk niet om het gedrag en daarmee zichtbare resultaat?
Uiteindelijk denk ik dat de vraag waar het eigenlijk over gaat “Waar ligt de redelijke grens?” veel te weinig én te laat gesteld wordt. Harde oordelen en aangescherpte regels alleen zijn volgens mij niet de oplossing. Het (leren) bespreken van deze lastige kwesties is cruciaal. En dat vraagt om voldoende lef om twijfels op tafel te durven leggen zodat een constructief gesprek ontstaat over wat in dit geval de beste oplossing is.
Zolang ze dat gesprek niet willen voeren, blijf ik het zakkenvullers vinden.
Een paar van de artikelen:
Artikel Binnenlands Bestuur Integritisme nekt wethouders
Opiniestuk Trouw 3/4/15 Integriteit kun je niet meten, wel bespreken
Artikel Valt integriteit te leren?